Ben je een ervaren begeleider en toe aan jouw grootste coach-avontuur tot nu toe? Lees verder over dé vervolgopleiding voor senior coaches 'De Reis naar de Top'

april 21, 2023

Het brein en coaching: valt er wel iets te sturen?

Het brein. Er wordt veel over geschreven, denk aan de actuele discussie over het (niet) bestaan van de vrije wil . Zoveel te lezen en te leren maakt dat het makkelijk verdwalen is in de bestaande kennis. En dat terwijl er ook nog steeds veel vragen blijven bestaan over de functionaliteit van het brein. Voor de coach is enige kennis van de werking van het brein geen overbodige luxe. Coaching gaat immers over het behalen van resultaat, over het stellen en behalen van professionele en persoonlijke doelen. Maar in welke mate is een mens eigenlijk in staat om zelf te bepalen welk resultaat mogelijk is? En welke onderdelen van het brein spelen daarbij een rol? In dit artikel een bescheiden blik in het hoofd..

Breinfeiten

Hersenen:

  • Wegen 1 tot 1,5 kilo;
  • Bestaan uit meer dan honderd miljard zenuwcellen, die signalen aan elkaar doorgeven met een snelheid van meer dan 400 km per uur;
  • Vormen 2 procent van het totale lichaamsvolume, maar gebruiken circa 20 procent van alle zuurstof die een mens inademt en zo’n 20 procent van al het bloed dat het hart door het lichaam pompt;
  • Bestaan uit ‘grijze’(in werkelijkheid roze) en witte stof;
  • Bepalen de motoriek, zintuiglijke waarneming, het denken en de emoties;
  • Bestaan voor zo’n 80 procent uit water

De Biologie

Als je een doorsnede van de hersenen maakt, zie je dat sommige gebieden er grijs uitzien (voornamelijk de buitenkant, de hersenschors) terwijl andere gebieden wit lijken. De ‘grijze’ cellen in de hersenschors (die alleen in dode hersenen een grijze kleur hebben, bij een levend mens zijn ze roze) zijn verantwoordelijk voor de informatieverwerking en cognitieve processen, terwijl de witte gebieden de communicatie tussen de hersencellen en –gebieden mogelijk maken. 

De verschillende onderdelen

De hersenen bestaan uit verschillende onderdelen. De hersenschors (of cortex) wordt ook wel  de grote hersenen (cerebrum) genoemd, met hun rimpelige, gekronkelde buitenlaag. Deze buitenlaag is vooral bij mensen goed ontwikkeld. Als je de hersenschors zou ontplooien, dan zou hij een oppervlakte van ongeveer 2400 vierkante cm bestrijken, bij de hersenen van een rat zouden dat maar 6 vierkante cm zijn. Deze vergelijking wijst er al op dat de cortex een belangrijke rol speelt voor de complexe denkprocessen die kenmerkend zijn voor de mens. Deze cortex is verdeeld in vier  kwabben: de occipitale of achterhoofdskwab, de parietale of wandbeenkwab, de temporale of slaapkwab en de frontaalkwab. De eerste drie gebieden verwerken zintuiglijke informatie: visuele informatie (occipitale kwab), informatie via de zintuigen van de huid (parietale kwab), en informatie rondom gehoor, verbaal geheugen en taalfuncties (temporale kwab). De frontaalkwab tenslotte is verantwoordelijk voor veel mentale functies, zoals impulscontrole, beoordelingsvermogen, probleemoplossing, planning, sociaal gedrag, taal en geheugen. De de prefrontale cortex, die in het voorste deel van de frontaalkwab ligt, selecteert welk gedrag bij welke situatie past. 

 Onder de cortex liggen nog andere structuren, zoals het corpus callosum, dat de twee hersenhelften met elkaar verbindt, de thalamus en de hypothalamus (de tussenhersenen of het limbisch systeem),  de kleine hersenen (cerebellum), die vooral een rol spelen bij de controle van bewegingen, en de hersenstam. De hersenstam zit helemaal aan de onderkant van de hersenen en verbindt deze met het ruggenmerg. In de hersenstam worden de vitale levensfuncties als hartslag, ademhaling en bloeddruk aangestuurd. Daarboven zit de hypothalamus, die onder meer slaap, seksueel gedrag, honger en dorst en de afgifte van hormonen reguleert. De amygdala, een amandelvormige kern van neuronen, coördineert de gedragsmatige, immunologe en neuro-endocrine reacties op dreiging vanuit de omgeving. Dat betekent dat het steeds inschat hoe dreigend een bepaalde situatie is door deze te vergelijken met informatie die het brein uit eerdere situaties heeft opgeslagen. Op die manier wordt in split-second bepaalt of in de hier-en-nu een ‘fight’ of ‘flight’ reactie gepast is.  Continu. Feiten en informatie slaan we op in de hypocampus. Achter in de hersenen zit het cerebellum, dat informatie van de zintuigen integreert om bewegingen te coördineren. Dan is er de thalamus, die informatie filtert die via de zintuigen binnenkomt en deze doorgeeft aan de cortex. 

Over het algemeen is het zo dat de diepere hersenstructuren zoals de hersenstam, de kleine hersenen of de thalamus, ouder zijn dan de gebieden meer aan de buitenkant van de hersenen, zoals de hersenschors.

Ontwikkeling van de hersenen 

De hersenen groeien als het ware van achteren naar voren. Al op jonge leeftijd zijn de motoriek, het gezichtsvermogen en de emotionele systemen klaar. De betrokken hersendelen liggen achter in de hersenen. Vervolgens rijpt het middelste deel, dat deze functies coördineert. Maar juist de voorste hersendelen, waar het controlecentrum zetelt, hebben dan nog een lange weg te gaan. Uit recent hersenonderzoek blijkt dat onze hersenen van het 10e tot het 25e levensjaar nog volop in beweging zijn. Pas halverwege de 20 zijn de hersenen volledig ontwikkeld, en zijn wij als mens pas in staat om ‘echt’ te reflecteren. Dit komt doordat het brein tot dat punt steeds efficiënter is geworden en ons in staat stelt tot overzicht, de zogenaamde helicopterview. Ook het concentratievermogen heeft zich tot op dat moment steeds verbeterd.

De betekenis voor coaching

Het coachen van jongeren

Dat betekent nogal wat voor de effectiviteit van coaching. Het geeft een kader voor de coach: als zelfreflectief vermogen een voorwaarde is voor het succesvol afronden van een coachtraject, en dit nog sterk in ontwikkeling is tot aan de leeftijd van 25, dan vraagt het coachen van kinderen, jongeren en deels ook van Young Professionals om een aangepaste meetlat in vergelijking met meer mature gecoachten. Alhoewel het reflectieve vermogen per persoon verschillend is, kan van een jeugdige gecoachte minder verwacht worden dan van een ander. Van belang bij het verwachtingsmanagement aan de start van een traject.

Veranderen is verinnerlijken

Zoals veranderingen binnen organisaties nog steeds vaak top-down geleid worden, zo werkt het in zekere zin ook in de mens zelf. Ga maar bij jezelf na: de meeste veranderingen beginnen met een rationele keuze, om vervolgens op het emotionele deel vast te lopen. Iets maakt dat het toch niet goed voelt om het anders te gaan doen. Systemen houden niet van verandering.

Naast de cognitieve laag (de cortex), vraagt een transformatie-proces ook dat er wordt doorgedrongen tot de emotionele lagen in het brein. In dit (oudere) deel van het brein liggen de pijnlijke ervaringen en trauma’s opgeslagen die mede bepalen welk gedrag een mens in het hier-en-nu laat zien. Deze ervaringen en trauma’s, en de effecten die deze hebben op ons brein en zo op ons gedrag, zullen op hetzelfde niveau moeten worden aangevuld met de opslag van nieuwe (positieve) ervaringen die ruimte bieden aan een andere interpretatie van situaties in het hier-en-nu. 

Om nieuw gedrag (en daarmee nieuwe ervaringen) te verinnerlijken zijn drie stappen van belang:

  1. Bewustzijn creëren op dat wat er is. Dit wordt ook wel ‘mindsight’ genoemd. Dit vraagt om te kunnen waarnemen welke patronen zich voordoen in plaats van de patronen te ondergaan. Mindfulness en meditatie zijn hiervoor werkzame oefeningen. 
  2. Wanneer er mindsight is, is de volgende stap het kiezen voor  een nieuw patroon (gewenst gedrag);
  3. De laatste stap vraagt om consolidatie van het nieuwe patroon door het gewenste gedrag te herhalen.

Door het oefenen met deze drie stappen wordt de mogelijkheid gecreëerd om te kiezen voor gedrag  in plaats van het slaafs volgen van een patroon.

Emoties en de Amygdala

De diepere lagen van het brein hebben grote invloed op ons functioneren, groot effect van binnen naar buiten, maar zijn andersom lastig te beïnvloeden, van buiten naar binnen moeilijk te bereiken. De amygdala speelt hierin een wezenlijke rol, deze fungeert als het ware als het emotionele brein. De amygdala checkt als het ware elke situatie op dreiging, en bepaalt vervolgens welke emotie hieraan gekoppeld dient te worden. Het effect hiervan dat mensen eigenlijk continu alert zijn op gevaar, en steeds beslissen of een situatie wel of niet veilig is. Als de situatie als onveilig wordt ingeschat, gaat het brein (en daarmee ook ons lijf, het denken  en de emoties), in een stand van ‘fight’, ‘flight’, of freeze. Het vermijden (freeze) is eigenlijk een sterkere reactie op vluchten, het wordt geactiveerd bij heftige zaken als trauma’s, het lichaam wordt strakker en vlakker. Dit betekent een hoge mate van alertheid die het lastig maakt om nieuwe stimuli binnen te laten, ofwel om te leren. Ons overlevingsmechanisme. Als de amygdala een situatie als veilig inschat, ontstaat er een staat van ontspanning waarin geleerd kan worden. Vervolgens is er dan naast het gevoel van veiligheid, een gevoel van uitdaging nodig om een optimale leercurve mogelijk te maken.

Je zou ernaar kunnen kijken als naar een olifant met berijder. De olifant staat in deze metafoor voor de amygdala,terwijl de berijder voor de prefrontale cortex staat.  De prefrontale cortex probeert om de amygdala te besturen (te controleren), terwijl de amygdala reageert op input van de omgeving. Om tot verandering te komen is een goede samenwerking van olifant en berijder cruciaal.

Eigen veiligheid creëren

Als veiligheid van wezenlijk belang is om te kunnen leren, is het aan de coach om een gecoachte te ondersteunen in het creëren van de eigen veiligheid. Dat gaat wederom om het ontwikkelen van mindsight (bewustzijn creëren op wanneer ervaar ik veiligheid en onveiligheid). Bij het ervaren van onveiligheid kun je steeds weer waarnemen welk patroon er herhaald wordt en dan terugkeren naar de eigen ontspanning  zodat een gevoel van veiligheid ervaren kan worden en een nieuw patroon zich kan ontwikkelen. Zo ontwikkelt een gecoachte met behulp van een coach daadwerkelijk om op eigen benen te staan. Dit in tegenstelling met het leren in de veilige omgeving van de coach, die verdwijnt wanneer zich in de dagelijkse praktijk een gevoel van onveiligheid voordoet. Dit laatste zal ertoe leiden dat een gecoachte afhankelijk blijft van veilige omgeving die door de coach geboden wordt, waardoor het op eigen benen staan een illusie blijkt in de realiteit. 


Conclusie: valt er wel te sturen?

Wanneer een gecoachte vastloopt in een oud patroon wat zich telkens weer herhaalt terwijl de wens tot iets anders zo sterk lijkt, schiet de analyse als middel tot verandering tekort. Hoezeer iemand dan ook wenst om iets anders te gaan doen, keer op keer zal het oude patroon zich herhalen totdat de oudere structuren binnen het brein bereikt worden die een transformatie mogelijk maken. Ons brein is oud, het reageert nog net als in de tijd van de sabeltandtijger. De amygdala activeert het lymbische systeem als het gaat over angst: is het veilig of niet? Moet ik vechten, vluchten of vermijden (fight, flight or freeze)? Je komt terecht in een oude respons die in een bepaalde situatie heel functioneel was, maar bij het aanleren van nieuw gedrag het leren ernstig in de weg kan zitten.  Dat gebeurd autonoom daar heb je weinig invloed op maar het ontwikkelen van bewustzijn (mindsight)  zorgt voor de aanleg van een nieuw pad in de hersenen waardoor de keuze voor een nieuw patroon mogelijk wordt. Dit betekent steeds weer kunnen waarnemen wat er van binnen gebeurt, waardoor het mogelijk wordt om de fight, flight of freeze reactie te gaan herkennen en vanuit die gewaarwording terug te keren naar een staat van ontspanning. Hierbij kunnen meditatie- en mindfulnesstechnieken behulpzaam zijn. Uiteindelijk wordt de werkelijke transformatie bereikt door acceptatie van dat wat er is. Door met mildheid en compassie naar jezelf te kijken (ook naar de lastige delen) ontstaat er ruimte voor iets nieuws. Het vechten, strijden, controleren ebt dan weg. Vanuit die staat bij een gecoachte kan de coach confronteren om zo een uitdagende situatie te creëren waarin leren en transformeren daadwerkelijk mogelijk wordt.

Heeft dat met sturen te maken? U mag het zeggen.

Literatuur en inspiratie

Puberbrein binnenstebuiten, wat beweegt jongeren van 10 tot 25 jaar? Huub Nelis en Yvonne van Stark, 2009; Kosmos Uitgevers B.V.;

Het babybrein, over de ontwikkeling van de hersenen bij baby’s. Michiel van Elk en Sabine Hunnius, 2010. Uitgeverij Bert Bakker;

Uw brein als medicijn, zelf stress, angst en depressie overwinnen. Dr David Servan-Schreiber, 9e druk, 2005. Uitgeverij Lifetime.

Wij zijn ons brein, van baarmoeder tot alzheimer. Dick Swaab, 2010. Uitgeverij Contact;

Het slimme onbewuste, denken met gevoel. Ap Dijksterhuis, 2007. Uitgeverij Bert Bakker;

Brein, hart en lijf verbonden. Workshop voor SchoolvoorCoaching door John van der Meij en Sanne Tompkins http://www.trilemma.nl/, http://www.phoenixopleidingen-ta-nlp.nl/, http://www.schoolvoorcoaching.nl/

gratis e-book

Iter Summo voor De Reis naar de Top

Wil jij lezen over dé leidende thema’s die elke senior coach moet weten om op het hoogste niveau het verschil te kunnen maken? Het handboek Iter Summo voor De Reis naar de Top kun je hier gratis downloaden.